Mijn visie op eetbare siertuinen

Ik werk voornamelijk met vaste planten en veelal inheemse planten aangevuld met jouw lievelingsplanten. Inheemse planten zijn planten die hier oorspronkelijk al groeiden, zoals heemst, prachtklokje, meidoorn en driekleurig viooltje. Vaste planten hebben een aantal voordelen: ze geven je tuin een goede basis, je hoeft ze maar een keer aan te planten en komen ieder jaar terug, en ze houden de bodem bedekt. Er zijn heel veel vaste planten, voor zonnige plekken (bijv. ijzerhard), voor in de schaduw (bijv. tongvaren), groenblijvende vaste planten (bijv. vuurdoorn), eetbare vaste planten (bijv. daslook), voor rond de regenvijver (bijv. koninginnekruid).

Voor dieren is het belangrijk dat ze voedsel, bescherming en nestgelegenheid kunnen vinden. Dat betekent voor insecten dat ze nectar zoeken een holle pijpjes. Ik zorg dat de beplanting zo gekozen is dat er altijd wel iets bloeit en er dus nectar aanwezig is. Zo kan je ook in de winter genieten van bloemen in je tuin. Door de tuin pas in het voorjaar op te ruimen en oude stengels te laten staan, kunnen insecten altijd wel een holle pijpje vinden om te schuilen en het voorjaar af te wachten. Je kunt ook een insectenhotel ophangen. Voor vogels is een vogelheg ideaal, daar vinden ze bescherming, insecten om op te eten en nestgelegenheid. Een vogelheg bestaat uit allerlei verschillende struiken, sommige met bessen (bijv. zuurbes) en sommige blijven in de winter groen (bijv. hulst). Afhankelijk van welke vogels en vlinders in jouw tuin kunnen voorkomen, zorg ik dat hun lievelingsplanten en de waardplanten voor de vlinders worden opgenomen in het beplantingsplan. Zo gebruikt de vlinder oranjetipje graag pinksterbloem en look-zonder-look voor nectar en zijn dat ook waardplanten voor de rupsen. De tjiftjaf houdt van meidoorn en de zanglijster is een uitstekende slakkenverdelger.

Project 1: Vlindertuin in Assendelft

Project 2: Eetbare siertuin in Delft

Disclaimer: PermaBloei geeft in de beplantingslijst aan of een plant als eetbaar bekend staat. Je bent zelf verantwoordelijk voor het verifiëren van het juiste plantmateriaal, welk deel van de plant eetbaar is en hoe deze te bereiden.